Raportage door: Georgia Oost
Hogeschool Utrecht
Het is de ziekte die de meeste slachtoffers maakt, maar ook het meeste onbegrip krijgt. Hoe komt het dat eetstoornissen nog steeds zo een lastig begrip zijn in de medische wereld?
Twaalf vrouwen verzamelen zich langzaam in een kleine ruimte. Iedereen zoekt een plek en zodra dat is gevonden, worden notitieboekjes en pennen tevoorschijn gehaald. Hier en daar vult wat geroezemoes de ruimte met af en toe een schaterlach meteen gevolgd door een hand voor de mond. Patricia Bos (46), oprichtster van organisatie Buro Puur, kijkt met een tevreden blik door de ruimte, voordat ze haar handen ineenslaat en in één klap alle vrouwen stil weet te krijgen. “Laten we beginnen.”
Vandaag volgen medewerkers van zorginstelling Changes GGZ in Breda een training in het behandelen van mensen die lijden aan een eetstoornis. Organisatie Buro Puur, opgericht door Patricia Bos, traint hen. Buro Puur werkt samen met ervaringsdeskundigen die allen op hun eigen manier kunnen uitleggen hoe een eetstoornis hun leven heeft beïnvloed en hoe je hier het beste mee kan omgaan. Samen met medewerkers Joyce van der Bijl, Suzan en stagiaire Linda hoopt ze aan zowel professionals, ouders én leerlingen duidelijk te maken dat een eetstoornis niet alleen over eten gaat. “Wacht niet totdat je merkt dat iemand om jou heen niet meer eet, of erg veel afvalt. Al bij karakteristieken als perfectionisme, faalangst en de behoefte om mensen te pleasen is het verstandig een gesprek met iemand aan te gaan.”
Changes GGZ is een zorginstelling die mensen met zowel verslavingen als eetstoornissen behandelt. Vaak is de behandeling van eetstoornissen nog een onderwerp van discussie onder zowel patiëntenverenigingen als organisaties die eetstoornissen behandelen en onderzoeken. Een groeiend probleem is dat huisartsen eetstoornissen vaak niet op tijd herkennen, terwijl de signalen vaak al ver van tevoren duidelijk zijn. Afgelopen jaren is bekend geworden dat patiënten met een eetstoornis ook steeds jonger lijken te worden. Hoe gaan therapeuten hier dan mee om?
Patricia, Suzan, Joyce en Linda gaan allemaal naast elkaar staan en kijken de medewerkers aan. Om een beeld te schetsen over de leefwereld van iemand met een eetstoornis, vertellen ze allen kleine trucjes die zij toepasten toen zij een eetstoornis hadden. Trucjes om af te vallen, of om ervoor te zorgen dat het niet op zou vallen als je te dun was. Suzan neemt een diepe zucht en begint als eerste te praten. Ze kijkt alle medewerkers indringend doch lief aan. “Als ik naar therapie ging, kleedde ik mij zo dun mogelijk aan en ging ik vervolgens bij een open raam zitten, in de hoop dat ik door de kou meer calorieën zou verbranden. Op andere momenten deed ik juist ook wat wijdere kleren aan, zodat mensen niet zouden zien hoe dun ik eigenlijk was.” Schokkende verhalen komen één voor één naar buiten, af en toe blikken van herkenning onder de ervaringsdeskundigen, vaak aangegrepen expressies namens de medewerkers.
Suzan heeft acht jaar lang een eetstoornis gehad, eerst vanaf haar twaalfde anorexia, daarna ontwikkelde ze rond haar zestiende boulimia. “Mijn ouders hadden wel langer door dat er iets aan de hand was. Op een gegeven moment sleepte mijn moeder mij mee naar de huisarts, met de boodschap ‘mijn kind is ongelukkig en ik weet niet waarom’. Ik was toen al wel wat afgevallen, dus mijn moeder liet het woord eetstoornis wel vallen. De huisarts zette me op de weegschaal en zei dat ik net geen ondergewicht had, dus dan zou ik geen eetstoornis hebben. Daarna werd ik weer naar huis gestuurd. Vanaf toen ging het eigenlijk alleen maar bergafwaarts.”
“De huisarts zette mij op de weegschaal en zei dat ik net geen ondergewicht had, dus dan zou ik geen eetstoornis hebben.”
Suzan